↑ Terug naar Aanleiding

Diagnose

Onze diagnose bij Het Nieuwe Samenwerken

Op veel fronten in de stad horen wij dat er behoefte bestaat aan een (h)echte vorm van samenwerking met de raad. Wij vangen geluiden op als: de raad is moeilijk benaderbaar, je krijgt er moeilijk ‘vat’ op. De raad is te veel een passieve, afstandelijke toehoorder in plaats van actieve deelnemer in de dialoog. Dat het te vaak eenrichtingsverkeer is. Dat onvoldoende transparant wordt gemaakt hoe besluitvormingsprocessen lopen, dat te vaak resultaten van participaties en andere overlegstructuren niet serieus worden genomen. Dat leidt er toe dat burgers zich niet meer interesseren en inzetten voor de stad. Deze tendens willen wij doorbreken, wat heet: 180 graden draaien.

Wij zien op dit moment een communicatiemodel waarbij de gemeenteraad zichzelf als middelpunt ziet en vandaaruit handelt. De raad is hierdoor vooral zender & ontvanger, bij voorbeeld bij participatieprocessen. Zie onderstaande tekening.

Maar de samenleving verandert en actoren in de stad zoeken en vinden elkaar steeds vaker, beter en sneller. Er ontstaan nieuwe vormen van communiceren en samenwerken. Er zijn vele netwerken, waardoor in de Amersfoortse samenleving partijen elkaar weten te vinden. Het gevaar dreigt dat de raad verder van de gemeenschap komt te staan. Wij zien echter ook kansen voor een raad die zich meer in de (participatie) processen begeeft. Zie onderstaande tekening.

Resultaten van die nieuwe vorm van samenwerken zien we bij de Wagenwerkplaats, de inrichting van het Waterwingebied en recent in Zielhorst. De raad heeft in deze projecten tot nu toe nog geen echte rol gehad. De projecten zijn bekend, men spreekt er met waardering over, maar het zou nog beter zijn als de raadsleden zelf deelnemen aan dit soort projecten.

Bij andere projecten, zoals de participatie rond de Westelijke ontsluiting en het Beekdal zien we dat er langzaam vormen van samenwerking binnen de participatiegroep ontstaan en partijen elkaar opzoeken. Raadsleden krijgen echter pas later de resultaten en bespreken deze vooral vanuit een politieke invalshoek. Zo krijgt een maatschappelijke discussie en standpuntbepaling geen faire kans op een evaluatie en loopt de politiek bovendien achter bij de meningsvorming in de stad.

Bij weer andere projecten, zoals bijvoorbeeld de Hogewegzone en Kersenbaan, zijn de kaders niet helder genoeg geweest en werden beslissingen genomen die afweken van hetgeen uit de participatie was voortgekomen, zonder heldere motivatie. Met als gevolg ‘hoofdpijndossiers’ en rechtszaken.

Momenteel speelt de participatie rond de Structuurvisie. Daarbij stellen wij met grote voldoening vast dat veel burgers daaraan deelnemen. Maar opnieuw: de raad schittert door afwezigheid. Daardoor wordt de raad indirect geïnformeerd en neemt straks besluiten op basis van kennis uit de 2e hand.

Ons doel is duidelijk: de raad moet mee in de processen, de raad moet eerder bij de meningsvorming worden betrokken, de raad moet kiezen voor een actieve participatie met de burger, in een vroeg stadium, op de weg naar het besluit.

Het college heeft de rol van uitvoerder, maar levert de raad in feite doorgaans kant en klare oplossingen en vaak ook vooraf al de uitgangspunten. De kaderstellende taak die de raad heeft, wordt feitelijk door het college ingevuld. De raad heeft dan nog slechts beperkte ruimte om via amendementen en/of moties bij te sturen. Het Nieuwe Samenwerken biedt de raad veel meer mogelijkheden een eigen rol te spelen en voorop te lopen.